Voor een kaart kant en klaar was, kwam er heel wat kijken.
We gaan er hierbij van uit, dat de kaart niet beperkt bleef tot een getekend dokument - soms manuscript- of minuut-kaart genoemd -, maar als prent uitgegeven werd.
"Afzetter" (= inkleurder) aan het werk. Schilderij van H. de Braekeleer, 19de eeuw. Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten. (Foto: Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten) |
In de eerste plaats was er de landmeter: de persoon die het gebied, dat in kaart gebracht werd, opmat. In de 16de eeuw was het niet ongewoon dat een landmeter ook schilder was. Evert van Schayck uit Utrecht was - om slechts één voorbeeld te noemen - zo'n figuur, die de funktie van landmeter kombineerde met die van schilder. In zijn hoedanigheid van landmeter zien we Van Schayck samen met de Utrechtse stadsarchitekt Willem van Noort in 1546 te Vianen den coers van de stroom der Lecke opmeten. De kaart, waarop de resultaten van deze meting vastgelegd zijn, hebben we niet teruggevonden.
Wanneer de landmeter niet zelf zijn kaart tekende, dan kwam er een tekenaar aan te pas. Wanneer diens naam op de tekening of prent vermeld werd zien we vaak achter de naam de afkorting van een der Latijnse woorden del(ineavit), descr(ipsit), inv(enit) of auct(ore): heeft het getekend, heeft het ontworpen.
Na de tekenaar/ontwerper is het de beurt aan de graveur: degene die de prent maakt. Bij een kopergravure betekent dat: de persoon die de voorstelling, door de tekenaar geleverd, in een koperplaat graveert. Achter de naam van de graveur vinden we meestal de afkorting van een der Latijnse woorden cael(avit), fec(it), inc(idit), exc(udebat), sculp(sit): heeft het gemaakt, heeft het gesneden. Ten slotte is er de drukker/uitgever. Achter diens naam staat meestal in het Latijn: apud - bij - of ex officina - uit de werkplaats. Niet zelden worden de verschillende werkzaamheden door een en dezelfde figuur verricht.
Wat meestal aan een ander overgelaten werd, was het kleuren van de kaarten. Die persoon werd de afzetter genoemd. Het "afzetten" van kaarten - niet alleen met kleuren, maar soms ook met bladgoud - bleef gehandhaafd tot in de 19de eeuw, zelfs nog nadat de lithografie of steendruk zijn entree had gemaakt, waardoor het mogelijk was prenten in kleur te maken. Een voorbeeld van een "afzetter" uit de tweede helft van de 19de eeuw, is te vinden op een schilderij, dat ten onrechte de titel "De geograaf" draagt. Dit schilderij, gemaakt door de Vlaamse kunstenaar Henri de Braekeleer, wordt bewaard in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te Brussel.
Dit artikel is overgenomen uit het tijdschrift nr 3/4, 9de jaargang 1984, 'Eeuwenoude kaarten en plattegronden van Vianen en de Vijfherenlanden'. Auteurs: J.A.L. de Meyere en J.M.M. Ruijter. Het volgende artikel is: In den beginne .... Voor het overzicht van alle artikelen zie: 'Kaarten en plattegronden van Vianen en de Vijfheerenlanden’.
Meer over Henri de Braekeleer.