Inleiding: Corry van der Gun
Vianen bestond tot rond 1950 alleen uit de oude binnenstad met enkele omliggende straten. Door de bevolkingsgroei moest ook Vianen uitbreiden. Allereerst werd het Hogelandgebouwd, vervolgens de Hagen, het Monnikenhof, Amaliastein en daarna nog een aantal wijken.
Velen onder u zullen zich wel eens afgevraagd hebben, wie de straatnaam vaststelt, waaromdie naam gekozen is en waar deze straatnaam vandaan komt.
Anke Bogaert, José Kraaijkamp, Marijke van der Griend, Marga Visser en Corry van der Gun, allen geboren en getogen in Vianen, hebben uitgezocht waar de straten van Vianen hun naam aan te danken hebben. Dit doen ze in navolging van Adrienne Koenheim, oud-voorzitter van de historische vereniging, die de oorspronkelijke versie van dit artikel heeft gemaakt.
De intentie is er om van de overige wijken ook de straatnamen toe te lichten. De resultaten zullen op de website geplaatst gaan worden.
Algemene regels van de gemeente
In het verleden was er een straatnamencommissie die de straatnamen bedacht en aan Het College voorstelde. Deze commissie bestond zowel uit medewerkers die bij de gemeente werkten als uit inwoners. Meestal waren de laatste personen goed op de hoogte van de historie van hun woonplaatsen.
Sinds de tijd dat de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) in het leven is geroepen voor het vaststellen van eenduidigeadressen in woonplaatsen, is dit bij de huidige gemeente Vijfheerenlanden ook veranderd. Nu zijn het de BAG-beheerders die de straatnamen voorstellen aan het college. Dit is niet voor alle gemeenten hetzelfde. Meestal worden de bevindingen van de projectontwikkelaar voor het bedenken van de straatnamen als leidraad aangehouden.
Amaliastein
![]() |
Het Huis Amaliastein (Collectie Het Land van Brederode) |
Wat de wijk Amaliastein betreft is men uitgegaan van het volgende. Omdat het bestemmingsplan al de naam Amaliastein droeg, nam men voor de wijk de naam over. Deze stamt af van Amalia van Nieuwenaar, de vrouw van Hendrik vanBrederode en naamgeefster van het huis in het Viaanse Bos, de locatie waar deze wijk is gebouwd.
Daarnaast lag er bij de Gemeente Vianen een verzoek van de Emancipatieraad om een straat te vernoemen naar de feministe Joke Smit, die haar jeugd in Vianen heeft doorgebracht. De keuze voor vrouwennamen lag nu voor de hand.Vandaar dat men voor de wijk Amaliastein, heeft gekozen voor vrouwen die een band met het verre of meer recente verleden van Vianen hadden of die in het algemeen van belang zijn geweest voor de emancipatie van de vrouw.
Agniese van Langerak (1260 - 1317)
Agniese was gehuwd met Hubrecht van Vianen (1250 – 1318) en een zuster van de heer van Hagestein.
Hubrecht was de eerste heer van Vianen die Vianen als geslachtsnaam voerde. Zij stichtte, samen met haar echtgenoot, niet ver van hun kasteel De Bol op het Wed, een kapel waaruit later de Grote Kerk zou voortkomen.
Heilwig van Vianen (1300-1351)
Heilwig was sinds 1333 regerend vrouwe van Vianen. Zij trouwde in 1325 met de schatrijke Willem van Duivenvoorde. In 1335-1336 verleenden zij stadsrechten aan de inwoners van Vianen.
Willem heeft de stad Vianen opgebouwd. Het huidige centrum van Vianen is naar het ontwerp van toen. De stadsmuren,poorten en grachten en de verheffing van de Grote Kerk van kapel tot parochiekerk was zijn werk. Op zijn grafsteen stond: ‘Item deede vesten ende muren die stede van Vianen.’
Beatrix van Egmond (1332-1389)
![]() |
Beatrix van Egmondstraat (Collectie Job v.d. Groep) |
Beatrix van Egmond was een dochter van de heer van IJsselstein en gehuwd met Gijsbrecht van Vianen (1320 – 1391). Hij bouwde het slot Batestein ter vervanging van het oude kasteel op het Wed. Het werd voltooid rond 1370 en naar Beatrix ‘Batestein’ genoemd.
Over dit kasteel bestaan ook prachtige romances zoals ‘Het slot Batestein, te Vianen.’ Een spookvertelling, waarvan de eerste regels luiden:
Aan ’t eenzaams Oord der Stad, in ’t West’ Rijst uit Vianens grijze vest Een Grafelijke toren; Het overschot van vroeger eeuw, Toen Hollands fiere vrijheids-leeuw Zijn brulstem hier deed horen; |
En wat te denken van deze strofe van een andere romance:
Voor eeuwen sierde een prachtig slot
Vianens grijzen wal:
Nog eerbiedwaardig, als de held Die ’t stichtte, ook in zijn’ val
Margaretha van Borselen (1472 –1507)
Margaretha groeide samen op met Walraven II van Brederode (1462 – 1531), op wie zij verliefd werd. Haar vader wilde haar echter uithuwelijken aan een ander.
Walraven schaakte haar en trouwde haar in Vianen. Haar oudste zoon was Reinoud III van Brederode, wiens ruiterportret op het stadhuis van Vianen hangt.
Philippote van der Marck (±1500 – 1537)
![]() |
Philippote van der Marckstraat (Collectie Job v.d. Groep). |
Philippote was afkomstig uit Sedan in Noord-Frankrijk. Zij was hofdame van Margaretha van Savoye, landvoogdes der Nederlanden, en trouwde in 1521 met Reinoud III van Brederode. Zij was de moeder van Hendrik de Grote Geus. Behalve het prachtige ruiterportret van Reinoud III in het stadhuis heeft Reinoud de schitterende graftombe in de Grote Kerk laten oprichten waar beiden bijgezet zijn. Hierop liggen levensgrote beelden van haar en haar echtgenoot.
Wilhelmina van Haaften (1533 – 1607)
Wilhelmina was getrouwd met Walraven III van Brederode (1547 – 1614). Dit was haar tweede huwelijk. Zij was eerder gehuwd(1550) geweest met Nicolaas van Assendelft (1517 – 1570), heer van Assendelft, Assumburg, Kralingen enz.
Wilhelmina was een plantenliefhebster, die de beroemde tuinen van Batestein goed onderhield. Zij correspondeerde met Carolus Clusius, een befaamd botanicus die de bolgewassen in de Nederlanden heeft geïntroduceerd. Zij was een van de eerste particulieren in de Nederlanden die tulpen, hyacinten, narcissen en andere bolgewassen in de tuin plantte.
Amalia van Nieuwenaar (1539 – 1602)
![]() |
Amalia van Nieuwenaer, Jacques Le Boucq (Recueil de Portrets d’Arras). |
Zij was de echtgenote van Hendrik van Brederode (1531 – 1568), de Grote Geus, één van de aanbieders van het Smeekschrift der Edelen in 1566.
Speciaal voor haar liet Hendrik een lustslot bouwen in het Viaanse Bos. Op dit huis, dat haar naam kreeg, vonden dikwijls vergaderingen van het Verbond der Edelen plaats. Hoe mooi het huis wel gelegen was, wordt beschreven in het gedicht Amelstein of de Oranjeboom waarvan de eerste regels luiden:
Niet verre van ’t Viaansche bosch, Schoon zonder wedergae,
Bouwde eertijds BREDERO een slot, Voor zijne AMALIA
Anna Johanna van Nassau Siegen (1594 – 1636)
Anna Johanna was de eerste echtgenote van Johan Wolfert van Brederode (1599 – 1655). Zij was een dochter van Johan de Middelste, graaf van Nassau-Siegen en Magdalena van Waldeck en dus nauw verwant aan de Oranjes. Zij kreeg tien kinderen. Het grote schilderij dat in de burgerzaal van het stadhuis hangt, geschilderd door C. Vroom, stelt de aankomst en intocht van Johan Wolfert met zijn jonge bruid in Vianen voor.
Margaretha van Daun (1597 – 1637)
Margaretha Maria van Daun van Falckenstein, geboortig uit het gebied van de Nederrijn, trouwde in 1616 met Walraven IV vanBrederode (1596/97 – 1620). Wees geworden in 1606, werd zij als pleegdochter opgenomen door Maria van Nassau, oudste dochter van Willem van Oranje, stichtster van het weeshuis in Buren in 1612. Margaretha heeft slechts kort in Vianen gewoond. Al in 1620 overleed Walraven aan koud vuur ten gevolge van een val met zijn paard op het ijs. Als douairière van Brederode moest zij Batestein ontruimen voor de nieuwe heer, Johan Wolfert van Brederode.
Aletta Jacobs (1854 - 1929)
![]() |
Aletta Jacobs, Isaac Israëls, 1920 (Collectie Groninger Museum). |
Aletta Henriette Jacobs was de voorvechtster van de Nederlandse emancipatie. Als eerste vrouw in Nederland promoveerde zij in 1879 tot doctor in de medicijnen.
Werkzaam als arts te Amsterdam zag zij veel narigheid onder de arbeidende bevolking. Zij was een voorstandster vangeboortebeperking op medische en sociale gronden. Privé hield zij een kliniek, waar zij gratis hulp aan minvermogende vrouwengaf. Daarnaast was zij een fervent strijdster voor het vrouwenkiesrecht en in 1903 werd zij hoofd van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht.
Aletta Jacobs, Isaac Israëls, 1920 (CollectieGroninger Museum).
Suze Groeneweg (1875 – 1940)
Van oorsprong onderwijzeres was zij een van de medeoprichtsters van de vrouwenorganisatie van de SDAP in 1902, een organisatie die bedoeld was om het lot van de vrouw op economisch gebied te verbeteren, met de arbeiders tegen het kapitalismete strijden en voor vrouwenkiesrecht. Zij was vooral een partijvrouw en wars van feminisme. Suze Groeneweg de eerste en enige vrouw die in 1918, bij de invoering van het algemeen kiesrecht, werd gekozen als lid van de Tweede Kamer van de Staten Generaal. Toen zij als eerste vrouw haar intrede in de kamer deed, was er geen apart toilet voor dames. Dat werd nu apart voor haar ingericht in een smal gangetje van het gebouw en direct naar haar het ‘Groenewegje’ gedoopt.
N.B.: De juiste schrijfwijze van haar naam is Groeneweg en géén Groenewegen, zoals het straatnaambord ten onrechte vermeldt.
Christine Weidner – Slors (1901 –1980)
Mevrouw Weidner, of tante Weidner, zoals vele kinderen in Vianen haar kenden, werd geboren in Indonesië.
Afwisselend woonde zij in Indië en Nederland totdat zij zich in 1931 definitief met haar echtgenoot, mr. C. Weidner, in Vianen vestigde. Christine Weidner was zeer actiefop allerlei terreinen. Zo was zij in 1931 oprichtster van het leesgezelschap ‘Audi et alteram partem’, dat tot in de 50-er jaren bleef bestaan. In 1954 werd zij, 53 jaar oud, gekozen tot eerste en enige raadslid van de VVD in Vianen. Tot september 1962 heeft zij, als enige vrouw in de raad, de belangen van die partij behartigd. Gedurende haar raadsperiode heeft zij onder meer gepleit voor het bouwen van een zwembad in de gemeente Vianen. Daarnaast was zij onder andere 35 jaar secretaresse van de Nederlandse Protestantenbond, medeoprichtster van de Bond voor Plattelandsvrouwen in Vianen, 16 jaar voorzitter van de NOVIB, afdeling Vianen en 20 jaar voorzitter van hetOranje Comité. Vooral kinderen genoten haar grote interesse en belangstelling.
Marga Klompé (1912 –1986)
Margaretha A.M. Klompé was van 1932 tot 1949 lerares in Nijmegen. In 1941 promoveerde zij in de wis- en natuurkunde. Gedurende de oorlog was zij actief in het verzet. Na de oorlog was zij nauw betrokken bij de oprichting van het Katholiek Vrouwendispuut, een onderdeel van de KVP dat vrouwen politiek en maatschappelijk bewuster wilde maken. In 1948 werd zij lid van de Tweede Kamer voor de KVP. Als eerste vrouw in Nederland werd zij in 1956 benoemd tot minister van Maatschappelijk Werk, een post die zij tot 1963 bekleedde. Van 1967 tot 1971 was zij opnieuw minister, ditmaal op het departement van CRM, waarna zij haar politieke carrière afsloot.
Haar belangrijkste bijdrage aan de Nederlandse samenleving is de invoering van de Algemene Bijstandswet geweest. Na 1971 was Marga Klompé onder meer minister van Staat en lid van de Raad van State. Zij bleef actief op het terrein van kerk en vrede en ontwikkelingshulp.
Joke Smit (1933 –1981)
![]() |
Alle foto’s zijn afkomstig van Job van de Groep |
Johanna Elisabeth Smit heeft van 1941 tot 1952 in Vianen gewoond. Haar vader was hier hoofd van de mulo.
Vanaf 1941 woonde het gezin op Voorstraat 94. In 1949 verhuisde men naar Pr. Bernhardstraat 31. Joke Smit was het oudste kind in een gezin van zes kinderen, drie jongens en drie meisjes. In 1967 publiceerde zij in De Gids een artikel getiteld ‘Het onbehagen van de vrouw’. Dit artikel wordt algemeen gezien als het begin van de tweede feministische golf in Nederland als vervolg op de beweging die in 1918 had geleid tot invoering van het vrouwenkiesrecht. Als reactie op dit artikel werd de actiegroep Man-Vrouw-Maatschappij opgericht.
Zij werkte onder meer mee aan de oprichting van de Emancipatiekommissie, pleitte voor de oprichting van een vrouwenpartij en was nauw betrokken bij onderwijsprojecten als ‘Marie, word wijzer!’ en de moedermavo. In de bundel Er is een land waar vrouwen willen wonen (1984) zijn haar belangrijkste artikelen gebundeld. Het maandblad Opzij heeft in 1983 de Joke Smit-prijs ingesteld. Deze wordt om de twee jaar uitgereikt aan personen die iets bijzonders hebben gedaan op het gebied van vrouwenemancipatie.
Alle foto’s zijn afkomstig van Job van de Groep